Voordat Café d’n Dort was tot wat het nu is, zijn hier al bijna 150 jaren aan vooraf gegaan. Men kan dus wel degelijk van een kroeg met een rijke historie spreken.
Het begon allemaal met Maria Gijsbers, beter bekend als de mysterieuze Mie Sause. Zij werd in het jaar 1837 in het dorp Berghem geboren en trouwde op haar 29 ste met Rudolphus Megens. Maria en Rudolphus startte niet lang na hun trouwdag een kroeg met boerderij in Harensbroek (tegenwoordig het gebied tussen de dorpen Haren en Berghem), gelegen aan een lang zandpad. Elke dag kwamen er vele mensen over dit lange zandpad voorbij om bijvoorbeeld te werken in de uiterwaarden. Over de kroegeigenaresse gingen vele geruchten rond. Mie Sause zou volgens het volk kunnen toveren en ook helderziend zijn. Zo gebeurde het regelmatig dat wanneer men het café passeerde, maar niet bij haar aan kwam er altijd wel iets vervelends gebeurde. Zoals een paard dat te drenken werd gelegd in de naastgelegen poel werd kreupel of men raakte een wiel van de kar kwijt oftewel de burrie brak. Niemand haalde het dus in zijn hoofd om ons Mie zomaar voorbij te rijden.
Uit dit huwelijk kwamen vijf kinderen voort. Het vierde kind van Mie en Rudolphus kreeg op 25 maar 1872 de naam Theodorus en ging door het leven met de bijnaam “Dort”. Waar deze benaming vandaan komt is tot op de dag van vandaag niet bekend, maar Dort heeft er wel voor gezorgd dat de kroeg in Harensbroek uiteindelijk een passende naam heeft gekregen. Theodorus nam uiteindelijk de kroeg van zijn ouders over. Dit deed hij samen met zijn vrouw Maria Broers. Bekend werd dat dit huwelijk niet echt spetterde. ‘s Avonds bij het naar bed gaan melde hij Maria keer op keer : “Daar is jou bed en hier is het mijne.” Het is dan ook niet verwonderlijk dat er uit dit huwelijk geen kinderen zijn voort gekomen.